Hoofdlijnen

Bestuurlijke hoofdlijnen

In deze eerste voortgangsrapportage liggen we op koers voor wat betreft de ambities van het coalitieakkoord en collegeprogramma 2018-2022, zoals die voor het lopende kalenderjaar in de programmabegroting 2019 zijn vastgesteld en uitgewerkt. De meeste activiteiten lopen op planning en staan op groen. Enkele activiteiten staan op oranje of grijs en vragen om extra inzet of maatregelen om binnen planning en budget gerealiseerd te worden.

Naast de ambities van coalitieakkoord en collegeprogramma is ons belangrijkste doel om na de herindeling in control en tot een gezond en solide financieel beleid te komen. Dat geldt voor alle beleidsterreinen. Daarbij springt het tekort in het sociaal domein in het oog. Het is een landelijk waarneembare trend dat de zorgkosten stijgen. Een nadere duiding van de context is hiervoor nodig. Allereerst ontvangen onze inwoners die zorg die noodzakelijk is. Dat is het uitgangspunt. Daarnaast is het belangrijk dat wij grip krijgen op de stijgende kosten. Wij kunnen echter niet op alle kosten invloed uitoefenen.
Door gewijzigd overheidsbeleid is er bijvoorbeeld een nieuwe CAO voor personeel werkzaam in de thuiszorg als Hulp bij het Huishouden afgesloten en op de invoering en verwachte aanzuigende werking van het abonnementstarief in de Wmo hebben wij geen of beperkter invloed.
Bij het opstellen van de kadernota 2018-2022 is op basis van toen beschikbare gegevens, waaronder met name de werkelijke zorgkosten in 2017, een inschatting gemaakt van de te verwachte kosten voor het jaar 2019. Daarbij is geen post opgenomen voor prijsontwikkeling 2019. Voor de jeugdzorg, de Wmo huishoudelijke hulp en de Wmo-2015 hebben we echter in 2019 wel te maken met een stijging van kosten door een prijsontwikkeling. Dit is een landelijke ontwikkeling waar wij geen invloed op hebben.
Als regio voeren wij gesprekken over de stijgende zorgkosten met de minister. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend, maar worden op korte termijn verwacht.
Bij de kadernota 2020-2023 presenteren wij maatregelen die samen een oplossingsrichting moeten vormen om het tekort om te buigen. Ook in 2018 hebben wij al maatregelen genomen om de tekorten, zoals benoemd in RIB 2018-100 van 18 december 2018, te lijf te gaan. Inmiddels is de eenduidige opzet van het Sociaal Domein (afbakening en financieel) nagenoeg gereed waardoor het mogelijk is om tijdig stuur- en verantwoordingsinformatie op te stellen. In 2019 ontwikkelen wij dit verder door. Het ambitie(=opgave)gericht werken is voor het sociaal domein nagenoeg geheel ingevoerd, waardoor wij verwachten te komen tot (meetbare) doelstellingen met  aansluitende activiteiten die nodig zijn om deze doelstellingen te behalen. In 2019 ontwikkelen wij dit ook verder door. De inzet op preventie gaat onverminderd voort. De regionale transformatie wordt via 4 ontwikkellijnen ingezet. Deze ontwikkellijnen zijn het versterken van de lokale teams, transformatie specialistische ambulante jeugdhulp, transformatie op verblijf en complexe scheidingen.
Op regionaal niveau wordt bekeken of de aanbesteding van bepaalde percelen eerder kan worden uitgevoerd, zodat meer gestuurd kan worden op de kwaliteit van de aanbieders en op het aantal dat zich inschrijft. Daarnaast wordt in de uitvoering onderzocht of het voorkomen van stapeling van inzet - waardoor hulpverlening op teveel fronten tegelijkertijd wordt ingezet - waardoor deze niet effectief is, mogelijk is.
Aanvullende maatregelen zijn nodig om deze grip te vergroten. Daarvoor wordt ingezet op een samenhangend implementeerbaar uitvoeringsplan voor jeugd en Wmo om zowel de doeltreffendheid als de doelmatigheid van het beleid frequent te kunnen meten.

ga terug